Vanaf 1 januari 2011 gaat de Nederlandse politie met de hoogste prioriteit reageren op geverifieerde inbraakalarmen. Gebruikers van alarmsystemen kunnen dan rekenen op de inzet binnen 10 minuten (stedelijk gebied) tot maximaal 15 minuten (landelijk gebied). Politie-inzet is schaars en met deze gerichte aanpak loopt de pakkans, afhankelijk van de verificatietechniek, op tot wel 50 procent. Dit betekent dat iedere tweede politie-inzet een heterdaad zal opleveren.
Al in 2006 is een convenant gesloten tussen de beveiligingsbranche en de politie waarin bovenstaande afspraken zijn vastgelegd. Onderdeel van deze afspraak was dat niet-geverifieerde alarmen geen opvolging meer zouden krijgen. Om installaties en procedures te kunnen aanpassen, verzocht de branche daarom om een overgangregeling. Die loopt op 31 december af. Wie dan nog geen verificatie heeft via camera's, microfoons of dubbele zonering, zal bij alarm zelf poolshoogte moeten nemen, alvorens de politie mag worden gewaarschuwd. Een andere eis is dat verificatie van alarm gebeurt door een gecertificeerde particuliere alarmcentrale. De centralist kan via camera's of microfoons controleren of er daadwerkelijk een inbraak plaatsvindt. Een andere mogelijkheid is dubbele zonering, waarbij de looproute van een indringer te volgen is. De laatste mogelijkheid is persoonlijke verificatie op de locatie. Dit kan eventueel door een particuliere beveiliger gebeuren. Het beleid ten aanzien van niet-geverifieerd alarm is overigens iets afgezwakt. De politie reageert nog wel, maar zonder garanties over de responstijd.